Begrijp wat je doet 3.2 – Siciliaanse structuren (Taimanov – Kan – Richter Rauzer)

Description

Herman Grooten – Begrijp wat je doet 3.2 – Siciliaanse structuren (Taimanov – Kan – Richter Rauzer).  432 pages. ISBN 9789464201093.

Teaser [PDF] – Herman Grooten – Begrijp wat je doet 3.2 – Siciliaanse structuren (Taimanov – Kan – Richter Rauzer)

Nadat in het eerste deel de Najdorf- en de Scheveningenvariant aan bod zijn gekomen, is het nu de beurt aan drie andere systemen die extreem populair zijn. We hebben het hier over de Taimanov- de Kan- en de Richter Rauzer-varianten. Na rijp beraad binnen het team van Thinkers Publishing, leek ons dat deze drie varianten op één of andere manier bij elkaar horen. Dat geldt vooral voor de eerste twee, die we een soort broertjes of zusjes van elkaar kunnen noemen. Een belangrijke overeenkomst is dat in beide varianten …e7-e6 en …a7-a6 in een vroeg stadium worden gespeeld met de gedachte dat …d7-d6 nog even achterwege mag blijven. Het voordeel hiervan is dat zwart zijn koningsloper nog in verschillende varianten kan gebruiken (…Bb4 of …Bc5) voordat hij …d7-d6 gaat spelen of zelfs ook die zet buiten beschouwing laat. De Richter Rauzer is een mooi vervolg op onze bespreking van het Klassiek Siciliaans in het vorige boek en aangezien we de varianten na 6.Bc4 (de Sozin-varianten) gelinkt hadden aan de Scheveningen, moest de Richter Rauzer (6.Bg5) natuurlijk ook een eigen plek krijgen.

Bij het bekijken van de variantenstructuur en het zoeken naar geschikt materiaal kwam ik heel wat zetvolgordes en zetverwisselingen tegen die leiden tot stellingen die we het Egel-systeem noemen. Dat Egelsysteem wordt gekenmerkt door witte pionnen op e4 en c4 en minimaal vier zwarte pionnen op a6, b6, d6 en e6. Dit is echter zo’n bijzondere speelwijze met zijn karakteristieke kenmerken dat ik ervoor heb gekozen om de ‘Egel’ meteen al in hoofdstuk 2 de aandacht te geven die het verdient. Dat vereenvoudigt ook de bespreking van de Taimanov en de Kan omdat alle overgangen naar de ‘Egel’ niet meer besproken hoeven te worden.

Een paar opmerkingen zijn op zijn plaats met betrekking tot het Egelsysteem. Deze terugtrekking op de laatste drie rijen wordt door veel sterke spelers, waaronder zelfs wereldkampioenen, gehanteerd. Dat komt omdat het ook ontstaat uit diverse andere openingen, waaronder de flankopeningen of zelfs varianten uit het Dame-Indisch. De ‘Egel’ is bij uitstek geschikt om als zwartspeler op winst te spelen, omdat er zeer gecompliceerde middenspelsituaties kunnen ontstaan. En juist in dat soort stellingen doet het surplus aan Elopunten vaak zijn werk!

Daarnaast kan ik zeggen dat ik me als speler graag bedien van dit loopgravenwerk, omdat ik – na mijn eerste kennismaking met het systeem – direct gebiologeerd was geraakt door de vele onderhuidse spanningen die de stellingen met zich meebrengen. Het is fascinerend om te zien hoe sterke spelers hun – toch vaak ook hoog ingeschatte – tegenstanders vanaf de onderste drie rijen weten te verschalken. Wat dat betreft mag de parallel misschien getrokken worden met het veelbeproefde ‘Catenaccio-voetbal’; de speelstijl van het vroegere nationale Italiaanse voetbalelftal. Catenaccio is het Italiaanse woord voor ‘grendel’ dat zich vooral richt op een goed georganiseerde verdediging, die de aanvallen van de opponenten moet neutraliseren. En als de tegenstander zich te pletter loopt op die muur, wordt er – in de omschakeling – bliksemsnel op de counter gespeeld. Deze overeenkomst met het Egelsysteem geldt ook in het schaken. Zwart trekt zich terug op de onderste rijen en wit, die over meer ruimte beschikt, loopt soms in de val. Als de stelling plotseling open komt, blijkt dat wit zichzelf de das om heeft gedaan omdat hij zich een paar verzwakkingen heeft veroorloofd die door de zwartspeler blootgelegd kunnen worden. In dit boek geef ik op schematische wijze weer hoe in de loop van de tijd voor zowel wit als zwart diverse plannen tot stand zijn gekomen. Die worden in een verdere sectie verder verduidelijkt met een modelpartij. Omdat er over de ‘Egel’ nog zoveel meer te zeggen valt, heb ik besloten om in een andere, nieuw te vormen reeks van boeken, dit systeem verder uit te diepen. Dit boek ‘Key Concepts of Chess – The Hedgehog’ dat het eerste deel is van diverse interessante midden-spelthema’s, verschijnt ook bij deze uitgeverij, mocht u hierin geïnteresseerd zijn.

Het grootste gedeelte van het huidige boek bestaat – net als het vorige deel – uit de bespreking van modelpartijen. Het belangrijkste idee hierachter is dat de lezer daarmee zijn inzicht in de middenspelsituaties die kunnen ontstaan uit de diverse varianten, kan vergroten. Want juist als hij een idee heeft van wat er gaande is tij-dens het middenspel dat kan ontstaan, gaat hij ook op een meer verantwoorde wijze zijn openingszetten bepalen. En dat is nu net wat deze serie beoogt: Begrijp wat je doet!